Samenvatting

Recensie door metal4ever op 29/11/2021
  • Uitgebracht door earMUSIC
  • Metalfans score75

Voor het realiseren van Turning To Crime heeft Deep Purple diep gegraven in de rockgeschiedenis van de jaren 50, 60 en 70 van de voorbije eeuw. Niet alle songs zijn volledig geslaagd, maar over het algemeen klinkt de band toch een stuk pittiger dan op de laatste drie studioalbums. 

Pluspunten

  • Deep Purple's meest sprankelende album in jaren
  • Een pittige mix van bekende en minder bekende rock classics

Minpunten

  • De zang van Ian Gillan

In mijn review van het vorige Deep Purple album, Whoosh, liet ik me nogal kritisch uit over het ontspannen, gezapige niveau van dat plaatje. Die kritiek betrof overigens veeleer het gebrek aan rock-'n-roll gevoel in het nieuwe songmateriaal, en niet zozeer de performance van de band, want spelen kunnen ze natuurlijk nog steeds als de beste. Dat vorige album dateerde nog maar van augustus vorig jaar en nu is de groep er al met de opvolger. Zo lijkt het wel een beetje alsof we terug in de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn beland, want toen was het zowat de gewoonte om als band elk jaar een nieuwe plaat uit te brengen. Toch dient zich hier meteen een nuance aan, want het nieuwste schijfje, Turning To Crime, dat onlangs op 26 november verscheen, is voor de 100% een coveralbum, waarop dus geen enkel eigen nummer van de groep te vinden is.

Het feit dat Deep Purple voor Turning To Crime geen eigen composities heeft moeten bedenken speelt zeker in het voordeel van het luisterplezier, want de band heeft in lange tijd niet meer zo sprankelend geklonken als op dit schijfje. De keuze van het songmateriaal is eigenlijk niet zo evident, en tenzij je een echte passie hebt voor de prille rockmuziek uit de jaren 50, 60 en 70 van de vorige eeuw zal een groot deel van de tracklist voor de luisteraar onbekend materiaal zijn. Purple's versies van de twee oudste songs op deze plaat, Let The Good Times Roll (Louis Jordan 1946) en The Battle Of New Orleans (Johnny Horton 1954) komen eerder braaf en voorspelbaar over. Veel beter vind ik het psychedelische 7 And 7 Is (Love cover uit 1966) en Jenny Take A Ride (oorspronkelijk van Mitch Ryder uit 1967), waarop gitarist Steve Morse zijn instrument nog eens ouderwets mag laten schitteren. Het is echter vooral toetsenist Don Airey die op verscheidene songs de show steelt en met zijn levendige keyboards en pianospel songs zoals Dixie Chicken (Little Feat 1973) en Rockin Pneumonia And The Boogie Woogie Flu (Huey Smith 1972) opsmukt. De naar mijn mening beste tracks zijn wellicht ook een stuk bekender bij het grote publiek. Zo krijgt de Fleetwood Mac klassieker Oh Well (1969) door Deep Purple een geweldige face-lift, en overtreft Purple's versie van de Bob Dylan song Watching The River Flow (1971) veruit het origineel. Ook het overbekende White Room, oorspronkelijk van The Cream, moet niet onderdoen voor de versie uit 1968. De Yarbirds klassieker Shapes Of Things (1967) en het Bob Seger nummer Lucifer (1970) vormen dan weer, vooral door toedoen van de zeer matige zang van Ian Gillan, de zwakke schakels op dit schijfje. Het album sluit af met de lange medley Caught In The Act, waarin fragmenten zijn verwerkt van een aantal regelrechte rock classics.

Met Turning To Crime hebben we eindelijk nog eens een Deep Purple plaat waarbij je halverwege het schijfje niet de neiging moet onderdrukken om in slaap te dommelen. Ondanks het feit dat zanger Ian Gillan dezer dagen toch echt wel wat te mak overkomt, kunnen we op dit album opnieuw van de nodige portie rock-'n-roll genieten en dat is toch waar het hier allemaal om draait.


Metalfans.be-nieuws in je facebook nieuwsfeed?