Samenvatting

Recensie door metal4ever op 14/07/2021
  • Uitgebracht door Music Theories Recordings
  • Metalfans score60

Yngwie Malmsteen blijft een zeer getalenteerde gitarist maar door het feit dat hij tegenwoordig letterlijk alles zelf wil doen verknalt hij daarmee het hele nieuwe album.

Pluspunten

  • Yngwie Malmsteen blijft een erg getalenteerde gitarist

Minpunten

  • Zeer matige zang
  • Het globale geluid is veeleer een knoeiboel
  • Teveel overkill aan gitaarsolo's

Een band die me altijd geweldig heeft gefascineerd is de Britse formatie Rainbow. Met hun beste line-up (met onder meer Ronnie James Dio-zang, Richie Blackmore-gitaar en Cozy Powell-drums) maakten ze het perfecte album, Rising (1976), met daarop de perfecte song Stargazer. Op deze lange, epische track, die gaat over het waanzinnige plan van een tirannieke tovenaar, werd er stevig geëxperimenteerd met elementen uit de klassieke muziek, iets wat Blackmore ook al deed tijdens zijn carrière bij Deep Purple. Deze toenadering tussen heavy rock en klassieke muziek werd een aantal jaren later gretig opgepikt door de Zweedse gitarist Yngwie Malmsteen, waarvan hier het eenentwintigste studioalbum wordt besproken. 

Zowel Blackmore als Malmsteen verkiezen de Fender Stratocaster als hun favoriete instrument, maar de speelstijl van Malmsteen is doorgaans een stuk sneller en technischer, en met zijn vingervlugge arpeggio's introduceerde hij een geheel nieuw subgenre, namelijk de neoklassieke metal. Tussen 1984 en 2010 bracht Malmsteen een hele reeks albums uit, in vele gevallen met telkens een andere gastzanger, waarvan de platen Rising Force (1984), Trilogy (1986) en Fire & Ice (1992) tot echte klassiekers mogen gerekend worden. Helaas won op een bepaald moment de koppigheid het van het gezond verstand, en kreeg Malmsteen het waanidee dat hij vanaf dan maar beter voor alles zelf kon instaan. En zo kregen we vanaf het album Spellbound (2012) enkel nog schijfjes te horen waarop hij, behalve het gitaarwerk, ook nog eens alle andere instrumenten voor zijn rekening nam, alsook de zang en de productie. Het werd al snel duidelijk dat dit geen briljant idee was. Niet alleen is hij een erg matige zanger, maar ook de opname en afwerking in de studio waren telkens weer veel minder geslaagd. De laatste full cd, Blue Lightning, werd uitgebracht in 2019 en bevat voornamelijk alweer erg matige covers van bekende rocksongs zoals Purple Haze, While My Guitar Gently Wheeps en Smoke On The Water.

Ook het nieuwe album, Parabellum, dat op 23 juli verschijnt lijdt aan dezelfde tekortkomingen als zijn laatste drie voorgangers. Parabellum is het Latijnse woord voor 'bereid je voor op oorlog', maar met dit schijfje ga je zeker geen oorlog winnen. Het plaatje bestaat uit tien songs waarvan er zes instrumentaal zijn. Bij de vocale tracks hebben Wolves At The Door en Relentless Fury nog sterke composities, maar die worden teniet gedaan door de zwakke zang en het ondermaatse geluid. Met de instrumentale tracks is het zeker niet beter gesteld. Daar waar vroeger het soleerwerk van de maestro nog in functie was van de songs zelf, is het nu eerder omgekeerd. Malmsteen gebruikt hier de nummers als een kapstok om zijn ongebreidelde soleerdrift te etaleren, en zo krijg je songs die verzuipen in de gitaarsolo's. Maar het ergst is het dus met de productie gesteld. Zo krijgen we te maken met een blikkerig, dof klinkend drumgeluid en keyboards die niet echt op het gitaarwerk zijn afgestemd. 

Parabellum is dus opnieuw een ontgoochelend schijfje geworden. Het enige wat ervoor kan zorgen dat we in de toekomst opnieuw van een nieuw Malmsteen album zullen kunnen genieten is dat hij terug gaat samenwerken met een goede gastzanger, en dat hij de productie overlaat aan iemand die er wel raad mee weet. Als hij er dan ook nog in slaagt om zijn soleerdrift onder controle te houden zitten we wellicht weer helemaal op het goede spoor. 


Metalfans.be-nieuws in je facebook nieuwsfeed?