Interview Fleddy Melculy

Gepubliceerd door Maarten op 15/02/2018 - 13:39

'Een uit de hand gelopen grap', zo beschrijven de mannen van Fleddy Melculy zichzelf. Maar dan wel een enorm succesvolle grap. Sinds hun eerste hit, T-shirt van Metallica, slechts 2 jaar geleden viraal ging, is er geen stoppen aan dit Belgisch hardcorecollectief. Ter gelegenheid van hun nieuwe album, De Kerk van Melculy, deden wij een interview met Fleddy-frontman Jeroen Camerlynck. 

Eerst en vooral proficiat met het nieuwe album, De Kerk van Melculy. Ben je er blij mee?

Fleddy: Ik vind het een rotslecht album. Nee, nee (lacht). Ik ben er heel tevreden mee. Fleddy Melculy is begonnen, en is nog altijd, een soort veredelde vorm van bezigheidstherapie. Ik doe het graag, ik schrijf graag muziek, en ik kan met Fleddy Melculy de twee zaken combineren die ik het coolste vind: metal en humor. Dus voor mij is zo’n plaat maken, en daarmee bezig zijn, enorm plezant. Ik ben er tevreden mee en ik hoop dat de mensen zich er ook opnieuw in kunnen vinden, zoals dat met Helgië het geval was.

 Er staan ook veel meer nummers op dan op Helgië, maar liefst 30 nummers. Er is dus zeker geen tekort aan inspiratie, waar haal je die?

F: Ik ga alles, of toch de meeste zaken, niet te ver zoeken. Ik ben geen Zack de la Rocha van Rage Against the Machine, die het nodig gaat vinden om over de meest belangrijke, politiek getinte zaken te gaan zingen, want dat kan ik niet, en niemand heeft boodschap aan wat ik daar allemaal over vind. Dus ik ga het niet te ver zoeken, het zijn dingen die in uw directe leefwereld zijn, die ik gebruik voor teksten, om muziek over te maken.

Zoals je zelf daarnet al aangaf, was Helgië een groot succes. Geeft dat je vertrouwen, of eerder druk?

F: Ja, dat is dubbel hé. Die eerste plaat heeft wel wat succes gehad, daar zijn er wel wat van verkocht. Dan wordt uw lat, zonder dat je dat zelf wil, al enorm hoog gelegd. Bij alles wat ik doe leg ik de lat hoog, maar liggen die beide latten op dezelfde hoogte? Dat weet je dus niet (lacht). Ik probeer daar dan ook geen rekening mee te houden. Ik ben zelf mijn eigen graadmeter: wij gaan pas als band met iets naar buiten komen als we dat zelf de max vinden, als je daar zelf op kunt beuken, als je zegt van “Putain, dit is toch echt wel vet!” (lacht) Ken je het? Je moet er zelf voldoening uit halen, zoals ik daarnet zei: het is een soort van bezigheidstherapie. Als er een nummer klaar is, mosh ik de ganse de studio zelf eerst rond, en als iets heb van: “Ja! Ik vind dit vet!”, dan weten we dat we er iets mee kunnen doen. En als andere mensen zich daar ook in kunnen vinden, is dat des te mooier. Ik ben ondertussen al wel volledig uw oorspronkelijke vraag vergeten (lacht).

(Lacht) Dat is ok. Voelen jullie dat jullie gegroeid zijn als band?

F: Zeker en vast: dat komt ook doordat alles zeer snel gegaan is. Wij móesten er opeens ook staan als band, en bewijzen dat dit niet gewoon “Hihi haha” is. We moesten laten zien van: ok, er is humor, maar als je naar ons live komt kijken is het minstens even belangrijk dat wij u gewoon wegblazen, en dat wij niet moeten onderdoen voor eender welke collegahardcore- of metalband. Dan blijft zelfs die humor achterwege, als we enkel de muziek bekijken zijn er nog altijd een paar slams in waarvan je zegt: dat moet het zijn. Doordat het allemaal zo rap is gegaan, zijn we plots keiveel gaan spelen, waardoor je als band natuurlijk ook groeit. Je leert elkaar nog beter kennen en je weet aan wat je van elkaar kunt verwachten, wie er wat in zijn mars heeft om dingen te maken. Ik maak 90% van de muziek, ik schrijf de muziek. Maar er is een gezonde wisselwerking met de rest, bijvoorbeeld met mijn broer (Sybren Camerlynck, red.) die bas speelt, omdat dat gewoon een enorm goede bassist is en hij dat véél beter kan dan ik. Ik ben ook wel een gitarist, maar er zijn zaken die Bart (Govers, red.) en Tim (Toegaert, red.) veel beter kunnen spelen dan ik. Ik ben geen drummer, dat is Levy (Dedobbeleer, red.). Dus we zijn serieus gegroeid, on the road, omdat het ook moest.

In de teksten zit een gezonde portie humor, en ook veel zelfrelativering ten opzichte van het genre, met nummers als Min duizend scenepoints, Verplicht akoestisch intermezzo en Verplicht episch en duister intermezzo. Vind je het belangrijk dat een genre zichzelf kan relativeren?

F: Ja, maar ik vind dat het te weinig gebeurt, hé. Daarom dat sommigen er ook niet mee kunnen lachen. Maar ik vind dat je alles moet kunnen relativeren, ook die muziek. Alles moet weggerelativeerd kunnen worden, dus metal en hardcore ook. En dat is nu zo’n beetje wat net de kapstok van Fleddy Melculy is. Ik zeg het: we lachen niet met metal of met hardcore, maar we nemen het wel serieus op de korrel.

Zijn er dingen in de scene waar je je aan stoort?

F: Waar ik mij enórm aan stoor, waar ik mij probeer niet druk in te maken -maar wat zich wel vertaalt in sommige teksten-, is dat een hardcore- of metalscene staat voor een unity, een openness, een togetherness, maar wanneer het er op aankomt, en iemand eens iets anders doet, wordt er daar op neergekeken. Ik wil niemand over dezelfde kam scheren, maar er zijn heel wat belachelijke mensen, die er geen reet van hebben verstaan, die in die scene zitten, maar juist totáál het tegenovergestelde zijn van die unity en die togetherness. En ik vind het nog erger wanneer dat mensen van andere bands zijn.

Stel dat er 100 mensen zijn die iets goed vinden, en 20 mensen die dat niet goed vinden. En van beide groepen gaat er een bepaald percentage hun mening kenbaar maken. Dat is ook normaal. Maar waarmee ben je bezig wanneer je als band, als collega-band, begint te kakken op elkaar? Dat gaan wij nooit doen. Integendeel: dankzij het succes dat we met Fleddy Melculy hebben gehad, hebben wij de kans gekregen andere bands een podium te geven, met ons festival Fleddypalooza. Toen hebben ze tegen ons gezegd: “Hier zie, wie zouden jullie willen op die affiche?”. En toen zijn wij gaan zien van: wat vinden wij vet, welke bands kunnen wij enorm appreciëren? En die geven wij een podiumkans. Dat is een soort support voor die bands. En dan hoor je soms van die haters dingen zeggen waarvan je denkt “What the fuck? You don’t know us. Je bent waarschijnlijk gewoon jaloers.” Daar kan ik mij mateloos aan storen. Eigenlijk zou je dat niet mogen doen. Mensen komen u zeggen: “Dat is kei graaf, dat is supertof om te horen”. Maar dan heb je ook mensen die het nodig vinden om het tegendeel te zeggen, en dat kan allemaal: geen enkel probleem, ook al is dat natuurlijk niet plezant. Maar als je dat echt achterbaks en vals doet… dat vind ik niet cool.

En wat vind je aan de andere kant de grootste charme aan heel de community?

F: Ga maar eens rondlopen op Graspop of Groezrock: Dat is toch een geweldig sfeertje van samenhorigheid? Ook al ken je niet iedereen, dat is… dat is precies alsof je thuiskomt. Zoals we in Brussel zeggen: On est chez nous. We zijn bij ons. Dat is toch de max? Ik kan me er bijvoorbeeld mateloos aan storen dat wanneer je naar een gewoon rockconcert gaat, en je ziet die mensen daar gewoon staan, dat je denkt van “hier zit geen lijn in” (lacht). Maar op een metal- of hardcoreconcert zíe je echt die samenhorigheid, en dat heeft mij van kleins af aan al aangesproken. I’m part of a family. En dat maakt het zo mooi. Dit is echt één van de weinige genres waarin je dat echt hebt.


Weet je nog hoe je juist in de hardcore- en metalwereld bent gerold?

F: Ik ben echt van groepje naar groepje gegaan. Tot mijn 13, 14 jaar heb ik altijd naar hiphop geluisterd, maar in die tijd was dat Public Enemy, De La Soul, Eric B. & Rakim… van die old-school hiphop. Allez, nu is dat old-school (lacht). En toen begonnen we met het uitwisselen van cd’s en cassetjes op school. Red Hot Chili Peppers was de eerste stap, en dan Rage Against the Machine, en dan opeens Korn, Sepultura, Pantera, en zo -zoef- een ganse wereld die opengaat. Ook heel wat Belgische hardcore beginnen luisteren en ontdekken, en beginnen naar shows te gaan… Zo begint dat hé.

Weet je nog wat het eerste album was dat je echt volledig overtuigd heeft?

 F: (Heel overtuigd) Blood Sugar Seks Magik van de Red Hot Chili Peppers, samen met Nevermind van Nirvana en de eerste van Rage Against the Machine. Dat zijn de 3 definiërende albums, waar het allemaal mee begon.

Welke artiesten beïnvloeden je bij het maken van muziek?

F: Voor mijn teksten bij niemand, enkel bij mijn muziek. Ik ga meestal grijpen naar oudere zaken, zoals Hatebreed, Chimaira, de oude Slipknot, Korn, Sepultura, Pantera… Zo van die dingen. Van nieuwe bands vind ik Whitechapel heel vet, Thy Art Is Murder, maar ook Stray from the Path. Frank Carter & The Rattlesnakes vind ik ook heel goed. The Bronx. Op één of andere manier ga je dat er wel allemaal tussen mengen.

Het titelnummer Kerk handelt ook over je kindertijd, en over je afkeer van het gaan naar de kerk. Zat dat verzet er altijd al in?

F: Ik weet niet of je het een afkeer kan noemen, ik zing eerder over dat ik het niet versta. Dat ik het ergens niet nodig vind.

Over de hypocrisie van de regeltjes.

F: Ja, voilà. “Ik moet dit hier allemaal doen, maar ik snap het niet. Leg het mij uit.” En blijkbaar is dat toch wel iets dat herkend wordt bij generatiegenoten van mij. En de dag van vandaag, wanneer ik naar een begrafenis of naar een trouwfeest moet, is dat nog altijd van: “Wat?! Waar komt dit allemaal van, waarom wordt dit op deze manier gedaan?” Het zal misschien aan mij liggen, maar ik snap het niet. Ik schets het in het nummer aan de hand van dingen die ik zelf heb meegemaakt, maar dat geldt eigenlijk voor geloof in het algemeen. Als je ziet wanneer dat vandaag de dag in de media komt… Je kan toch moeilijk zeggen dat dat veel goeds oplevert, als het in het nieuws komt is het meestal in een negatief daglicht.

Een ander nummer, Ik hou van u en ik haat u, gaat over dat het veel oprechter is om in het Nederlands te zingen. Is het daardoor moeilijker voor jullie om in het buitenland door te breken?

F: De vraag is: waarom zou je in het Engels zingen? Is dat, zoals ik in het nummer ook zeg, omdat je je niet kunt uitdrukken in je eigen moedertaal, of is het omdat je wilt doorbreken in het buitenland? Ok, dat eerste kan ik snappen, maar ook voor een stuk niet. Waarom is dat dan gemakkelijker in het Engels, of wil je gewoon zeggen dat je het in het Nederlands niet kunt? Maar bij dat tweede kan je de vraag stellen: zou je je niet eerst richten op België en Nederland, en dan pas naar het buitenland gaan? En zorg dan dat je recht in je schoenen staat, en dat het op iets trekt, want niemand is geïnteresseerd in dat Limburgs, of Antwerps, of Gents, of Brussels Engels dat je daar komt zingen.

Voor mezelf is het een vorm van eerlijkheid. Ik ben absolúút geen flamingant, zéker niet. Maar kijk: ik spreek Engels, ik kan dat lezen, ik kan dat schrijven, ik kijk naar Engelse films en luister naar Engelstalige muziek. Maar als ik mezelf wil uitdrukken, dan grijp ik naar mijn moedertaal: dat is gewoon iets makkelijker en ik vind dat eerlijker. Ik snap niet waarom sommigen naar dat Engels grijpen, want soms is dat ook echt hilárisch, hé? Zelfs grote groepen, bekende groepen die op de radio komen, waar je naar luistert en denkt “Allez, gast, kom!” (lacht) Of nog erger! Je gaat naar een optreden kijken ergens in de Vlaanders van een groep die in het Engels zingt, en dan is hun nummer gedaan en dan is hun bindtekst in het Vlaams! (lacht) Of: hun bindtekst is in het Engels! Dan denk je, “die spreken hier allemaal hetzelfde als u, godverdomme!” Daar klopt ergens iets niet. Er is ergens een ongeschreven regel waarom dat velen dat doen.

Ik kan het alleen meer aanmoedigen dat de laatste tijd veel meer artiesten, ook op de radio, in hun moedertaal zingen. Dat wordt meer en meer terug opgepikt. Ik zeg niet dat het meer wordt gedaan dan vroeger, maar er is wel een opening gecreëerd door sommige bands. Ik heb het dan over de BAZARTs en de Stikstoffen van vandaag, en misschien hebben wij daar ook een klein beetje mee te maken. Er wordt precies meer gedurfd, en dat kán ook meer in de media. Ik vind dat tof.

(…) Er zijn ook bands die in het Engels zingen en dat goed doen, die scoren in het buitenland, en die moeten dat zeker doen. Maar ik heb het over die bands waar toch wel serieus wat aan scheelt (lacht).

Zoals je zelf al zei, is jullie muziek ook gewoon goed los van de teksten. Heb je al veel complimenten gekregen uit het buitenland, van anderstaligen?

F: Ik doe van thuis uit alle online orders van de Fleddy merch-site zelf. Elk pakje dat vertrekt heb ik in elkaar gestoken. Dus ik zie ook wat er allemaal binnenkomt: Frankrijk, Duitsland, Engeland, Amerika, India, Australië, Japan… Allemaal orders van gehad. Op één of andere manier geraakt dat daar, en je gaat me niet zeggen dat ze dat verstaan, hé (lacht). Of ze zouden er Nederlands gestudeerd moeten hebben. Er zijn ook mensen die me zeggen: “I don’t understand shit, but I like the music”. Dat wilt wel zeggen dat je muziek zelf ook wel aanspreekt, wat nice is. Dat is echt heel cool.

Wij zijn ook de laatste band die gaan beweren dat wij iets nieuws uitvinden, zeker niet. Wij recycleren. Wij vinden niks uit, en dat is ook niet wat we willen doen.

Eén van de bonusnummers is een interview dat vrij rampzalig verloopt. Heb je al veel slechte ervaringen gehad met interviews?

F: Ik heb dat nummer er vooral op gezet omdat ik iedereen wou voor zijn. Zoals ik daarnet al zei, met die lat: je weet dat als je met een tweede plaat afkomt, dat er mensen gaan zeggen, zonder dat ze iets van muziek afweten: “Ja, maar ik vind ze toch minder goed dan die eerste”. (lacht) We gaan nooit meer een nummer als T-shirt van Metallica maken: dat was echt right place, right time. Al denk ik wel dat een nummer als 668 heel neig in de buurt komt. Maar ik wou iedereen voor zijn, en dan heb ik een uit de fles getrokken interview er op gezet. Maar ik heb zoiets nog nooit meegemaakt. Dat kan nog komen natuurlijk (lacht).

Als je nummers schrijft, wiens mening vind je dan het belangrijkste?

F: Interessante vraag… (denkt diep na). Qua teksten is mijn grootste graadmeter de rest van de band. Er ontstaat soms wel eens discussie, dat ze zeggen: “Wat ben je daar aan het doen? Zou je dat niet beter anders zeggen?”. En dan moet ik hen soms wel gelijk geven.

Mijn vrouw is ook wel een graadmeter. Als zij met iets mee is, en ze het grappig vindt, dan weet ik dat iets goed is. Dan weet ik dat ik het kan gebruiken

En schrijf je ook met hen in het achterhoofd?

F: Nee, op dat moment hou ik daar niet echt rekening mee. Af en toe krijg ik wel eens suggesties, maar daar blijft het ook bij.

Nu het album uit is, ga je ook de nieuwe nummers live aan de fans kunnen brengen. Kijk je er naar uit?

F: Ja, zeker. We hebben al twee try-outs gedaan, en nu donderdag beginnen we eraan, hé. Voor echt. Die try-outs waren wel spannend natuurlijk: je hebt die oude show meer dan honderd keer gespeeld, en opeens ga je dan in Holland nieuwe nummers spelen, waar geen kat die nummers kent. Dan moet je het ook weer hebben van de muziek zelf, en die zat goed. De plaat, ja jij kent de plaat, is een pák harder dan de vorige, hij is een stuk agressiever. We hebben er ook voor gekozen om in deeltjes te werken: we spelen nu een pak nieuwe, maar ook een pak oude nummers. En tegen de zomer, tegen het najaar, gaan we steeds meer nieuwe nummers spelen. We kunnen moeilijk gans het nieuwe album, plús dan nog eens oude nummers spelen, dan zitten we aan een show van meer dan twee uur (lacht). Dat is niet goed voor de band zelf, en ook niet voor het publiek. Het is cool om te doen, het is plezant om ook eens nieuwe nummers te brengen. Niet dat we die oudere nummers al beu waren… Maar toch wel (lacht).


En wat vind je dan het tofste, het schrijven van de teksten, of ze live brengen aan het publiek?

F: Ik haal heel veel voldoening aan het zelf maken van nummers. Maar het is onbeschrijfelijk welk gevoel je krijgt wanneer je ziet dat heel veel mensen daar in opgaan, in iets wat jij hebt gemaakt. Dat is wauw, dat is prachtig natuurlijk. Het staat gelijk bij mij. Dat maken en die reactie krijgen… Dat is even cool.

Wat is voor jezelf het meest memorabele concert waar je al naartoe bent geweest, als toeschouwer?

F: Ik ga voorbeelden geven van de allereerste dingen die ik ooit heb gezien, want dat zijn de zaken die mij het meest zijn bijgebleven. Ik denk nu bijvoorbeeld aan ’95. Pukkelpop. Mijn allereerste festival, ever. Daar heb ik Kyuss voor het eerst gezien. Je kent Kyuss wel, pre-Queens of the Stone Age. Ik had daar nog nooit van gehoord, en ben daar gewoon naar gaan kijken. Ik was 16, en ik was zó weggeblazen, dat was echt van “Fuuuck, oh my God!”. Ik ben direct cd’s gaan halen, dat was gewoon dé ontdekking. Dat was één. Dan een jaar later, op Werchter, heb ik Sepultura, Rage Against the Machine en Red Hot Chili Peppers gezien. Maar heel die affiche was gewoon zo. Als je dat nu ziet, zouden ze gewoon duizend euro voor een ticket moeten vragen. En zeker even vermeldenswaardig is ’97, in de AB: Korn. Dat was in de pre-internetperiode, dus je wist niet hoe die kerels er eigenlijk uitzagen. En dan stonden die daar opeens op dat podium, met veel te grote kleren, dat was eigenlijk net een hiphopband. Ik dacht echt “Wat is dat voor iets?”.
Die concerten zijn zo’n beetje mijn classics.

Als eerste festival ging je naar Pukkelpop. Vind je het nu dan niet jammer dat The Shelter is afgeschaft?

F: Ja, en ik snap het ook niet zo goed. Er zal wel een reden voor zijn, maar mijn eerste reactie toen ik dat hoorde was van “huh?!”. Wij hebben daar in 2016 gespeeld, in The Shelter, op zaterdag, de laatste dag van Pukkelpop, om 12u ’s middags, als opener. There’s no worse spot than that (lacht). Allez, je bent content dat je op Pukkelpop mag spelen, daar niet van. Maar iedereen is moe, want het is de laatste dag, en je moet dan in The Shelter spelen, die niet altijd vol zit. Dus wij dachten al “yaaay, Pukkelpop. Maar we zullen maar pakken hoe dat het gaat.” Maar het zat daar afgeladen vol, het zat daar stamp-, maar echt stámpvol. Dat was één van die punten in de carrière van Fleddy Melculy die alles nog een versnelling sneller heeft doen gaan. Vanaf dan kwamen de reviews binnen die zeiden “Dit staat er”. En dan kwam er een maand later die plaat uit, en dan waren we zo aan het gaan, maar na Pukkelpop waren we echt zó aan het gaan (beeldt een exponentieel stijgende grafiek uit).

Dus met andere woorden: ik snap niet waarom ze The Shelter hebben afgeschaft. Langs de andere kant dan ook weer wel, omdat misschien daar hun focus niet meer ligt. Terwijl ik wel weet dat metal en harde muziek altijd zijn plaats zal krijgen op Pukkelpop, niemand heeft ooit gezegd dat dat zal verdwijnen op Pukkelpop.

Wat denk je dan over de toekomst van het genre?

F: Ik weet niet wat ik er juist over moet denken. Maar ik vind het wel spijtig dat een festival als Groezrock niet plaatsvindt dit jaar. Wat wilt dat zeggen? Dat er problemen zijn om het te organiseren, ik weet het eigenlijk niet. Maar het is kak. Langs de andere kant zijn er wel alsmaar meer initiatieven die opduiken, en als Graspop gigantisch veel kaarten verkoopt, dan krijgt dat ook veel aandacht, en dat wordt zo ook groter en groter. Maar dat wilt niet zeggen dat het genre nog altijd even stiefmoederlijk wordt behandeld. Ik weet ook niet of dat anders moet. Vanaf het moment dat het veel exposure zou krijgen, of veel aandacht, is het ook weer niet goed. ’t Is ook altijd iets.

Dan heb ik nog één vraag. Jullie hebben al een eigen festival gehad, Fleddypalooza. Stel dat je hiervoor een onbeperkt budget zou krijgen, en eender welke band op eender welke locatie zou kunnen boeken, met Fleddy Melculy als headliner. Waar zou je dan voor kiezen?

F: Ik zou dat sowieso in de AB doen: ik vind dat de coolste zaal, de mooiste zaal, en ik ben ook een Brusselaar. Allez, ex-Brusselaar. Ik zou Fleddy ook helemaal onderaan de affiche zetten, want iedereen die ik zou uitnodigen is véél groter dan wij zijn. Ik zou van die groepen pakken die niet meer kunnen spelen. Als absolute headliner staat daar Pantera, mét Dimebag Darell, die dood is dus dat zou normaal niet gaan. Of nee, pak Nirvana zelfs, en dan Pantera, en dan Rage Against the Machine. En wij mogen openen. In de Foyer (lacht).


Als je Fleddy Melculy live aan het werk wil zien, kan dat op de volgende data:


22/2      Het Depot, Leuven

2/3         Club De B, Torhout

22/3      Trix, Antwerpen

29/3      Vooruit, Gent

30/3      Muziekodroom, Hasselt


Metalfans.be-nieuws in je facebook nieuwsfeed?