Samenvatting

Recensie door metal4ever op 08/01/2022
  • Uitgebracht door Century Media Records
  • Metalfans score80

Op het vierde album van Wilderun gaat de complexiteit en bombast van een aantal songs een beetje teveel ten koste van het luisterplezier. Gelukkig zijn vooral de kortere tracks dan weer wel een pure lust voor het oor. 

Pluspunten

  • Puntgave performance
  • Erg fraai gitaarwerk
  • Een band met nog erg veel toekomstpotentieel

Minpunten

  • Soms te complex en ontoegankelijk

Wilderun is een nog vrij onbekende Amerikaanse band die we op muzikaal vlak ergens kunnen situeren in een breed spectrum tussen Dream Theater en de beginjaren van Opeth en Katatonia. Progmetal pur sang dus, maar dan wel met toevoeging van elementen uit de doom- en deathmetal en met ook symfonische invloeden. Wilderun is eigenlijk een beetje van alles tegelijk. Zo is het best mogelijk dat je tijdens één en hetzelfde nummer het ene moment naar een balladachtige passage zit te luisteren, terwijl een minuut later de grunts en blastbeats je om de oren slaan. Soms is het wat van het goede teveel, maar doorgaans komt de band er wel mee weg.

De formatie is afkomstig uit Boston en werd in 2012 opgericht door frontman Evan Anderson Berry, die al sinds 2008 met het muzikale project bezig was. Het debuutalbum Olden Tales & Deathly Trails verscheen in 2012 en liet een stijl horen die ergens het midden hield tussen folk en symfonische metal. De opvolger, Sleep At The Edge Of The Earth (2015), vormde enigszins een overgang van die folkgerichte stijl naar de uiterst complexe songs die we te horen kregen op de het laatste album, Veil Of Imagination uit 2018. Voor de release van Epigone kon de band een contract met Century Media Records in de wacht slepen. Dit schijfje, dat op 7 januari werd uitgebracht, klinkt een stuk donkerder en dreigender dan zijn voorganger en is ook nog iets minder toegankelijk.

Die ontoegankelijkheid is vooral terug te vinden op de langste tracks Woolgatherer (speelduur 14'11") en Identifier (speelduur 11'32"), waarop de groep teveel van alles tegelijk wil brengen. Na een rustig begin evolueert Woolgatherer naar een filmisch nummer waarop zowat alles te horen is wat maar mogelijk is, van cleane vocals tot grunts, en van atmosferische soundscape tot blastbeats, maar ondanks al die epische toestanden kan deze song me maar matig bekoren. Ook Identifier is een track die vanwege zijn complexiteit maar moeilijk te begrijpen valt. Veel beter, en vooral dan qua compositie, vind ik het tien minuten durende Passenger waarop de invloed van de beginjaren van het Zweedse Opeth niet te ontkennen valt. Het sterkst is Wilderun echter op de kortere tracks, te beginnen met het bijzonder mooie akoestische openingsnummer Exhaler. De tweede helft van het  album bestaat uit vier songs die samen één geheel vormen, namelijk Distraction. Elk van deze songs vaart een eigen koers en vooral Distraction II is daarbij erg knap met zijn kruising tussen de fijngevoeligheid van een Dream Theater en de logge bombast van een Septicflesh. Met Distraction III lijk je terecht te zijn gekomen in de soundtrack van een spektakelfilm, waarbij een glansrol is weggelegd voor het gitaarwerk van Evan Anderson Berry en Wayne Ingram. Dat gitaarwerk is door het ganse album heen trouwens van een erg hoog niveau en heeft dan ook een heel belangrijk aandeel in de algehele sound.

Epigone is een allesbehalve gemakkelijk album geworden, dat zijn geheimen maar erg geleidelijk prijsgeeft, en waarvan ik door de complexiteit en de bombast van enkele nummers het volledige plaatje nog steeds niet begrijp. Geen nood echter want aan de andere kant heeft dit schijfje ook een aantal geniale tracks te bieden die een band van het allerhoogste niveau laten horen. Wilderun is dan ook zeker een band die de toekomst van de extreme progmetal mee zal gaan bepalen.


Metalfans.be-nieuws in je facebook nieuwsfeed?